Lewy baner

Een contrastief onderzoek naar gebruik van het passief in literaire vertalingen nederlands-pools en pools-nederlands. Casus Muli

Een contrastief onderzoek naar gebruik van het passief in literaire vertalingen nederlands-pools en pools-nederlands. Casus Muli

0,00 zł
Brutto

Agnieszka Flor-Górecka
ISBN: 83-7363-769-8
Stron: 226
Format: A5 (oprawa twarda)
Rok wydania: 2019


Inhoud
Voorwoord

1. Doel van het onderzoek en definities
1.2. Opbouw van de studie
1.3. De handboeken
1.4. Definities
1.5. Het corpus
1.6. Methodiek

2. Het passief in het Nederlands
2.1. De genera verbi
2.2. Het persoonlijk passief
2.2.1. Het grammaticaal onderwerp
2.2.2. Het logisch onderwerp
2.2.3. Het predicaat
2.3. Passieve zinnen met een indirect object als subject
2.3.1. Indirect-passieve zinnen met verzoeken
2.3.2. Indirect-passieve zinnen met wijzen op
2.3.3. Andere indirect-passieve zinnen
2.3.4. Indirect-passieve zinnen met werkwoordelijke uitdrukkingen
2.3.5. Het onderzoek van Hiligsmann
2.3.6. De classificatie van Van Langendonck
2.4. Het onpersoonlijk passief
2.4.1. Het grammaticaal onderwerp
2.4.2. Het logisch onderwerp
2.4.3. Het predicaat
2.4.4. Teliciteit
2.5. Gebruik en rol van het passief
2.5.1. Informatieve geleding
2.5.2 Renkema’s en Cornelis’ stilistische argumenten voor de lijdende vorm
2.5.3. Impliciete aanwezigheid van de agens
2.5.4. Het passief als onafhankelijke constructie
2.5.5. De semantische rollen van beide genera
2.6. Geen passiefvorming
2.7. Samenvatting

3. Het passief in het Pools
3.1. Het persoonlijk passief
3.1.1. Vorming van het persoonlijk passief
3.1.2. Conjugatieschema’s
3.1.3. Asymmetrie ten opzichte van het actief
3.2. Het grammaticaal subject
3.3. Het logisch subject
3.4. Het predicaat
3.5. Semantische kenmerken van Poolse werkwoorden
3.6. Het passief deelwoord
3.7. Het onpersoonlijk passief
3.8. Alternatieve onpersoonlijke constructies
3.8.1. Onpersoonlijke constructie met het pronomen się [zich]
3.8.1.1. Vorming van het pseudoreflexivum
3.8.1.2. Pseudoreflexiva met een agens in de dativus
3.8.1.3. Pseudoreflexiva in dit onderzoek
3.8.2. Onpersoonlijke constructie (bezosobnik) met -no en -to
3.8.3. Onpersoonlijke constructie met -ło
3.8.4. De derde persoon pluralis (secundair in de functie van onpersoonlijke constructie)
3.9. De vorm met “mam” [ik heb]
3.10. Gebruik en rol van het passief en andere constructies die het Nederlandse worden- en zijn-passief weergeven
3.11. Het passief en het adjectief in predicatief gebruik
3.11.1. Het participium praeteriti passivi
3.11.2. Controlemechanismen
3.12. Hypothese

4. Analyse van de weergave van het passief in het Pools
4.1. Inleiding
4.2. Het persoonlijk passief
4.3. Het worden-passief
4.3.2. Weergave met een persoonlijk passief
4.3.3. Weergave met een elliptische passieve constructie
4.3.4. Weergave met praeteritum-impersonale
4.3.5. Weergave met het pseudoreflexivum
4.3.6. Weergave van worden-passief met andere Poolse constructies en van deze constructies met worden-passief
4.3.7. Worden-passief&nbsp- samenvatting
4.4. Het zijn-passief
4.4.1. Weergave met een persoonlijk passief
4.4.2. Weergave met praeteritum-impersonale
4.4.3. Weergave met of van een Pools actief
4.4.4. Weergave van en met andere Poolse constructies met zijn-passief
4.4.5. Het zijn-passief&nbsp- samenvatting
4.5. Het onpersoonlijk passief
4.5.1. Vertaling met actieve vorm
4.5.2. Weergave met en van praeteritum-impersonale
4.5.3. Weergave met pseudoreflexivum
4.5.4. Weergave met oni [ze] bij Lesman
4.5.5. Weergave van andere Poolse constructies met een onpersoonlijk passief
4.5.6. Onpersoonlijk passief&nbsp- samenvatting
4.6. Samenvatting

5. Conclusie
5.1. Inleiding
5.2. Interpretatie van de hypothese
5.3. Globale resultaten van het corpusonderzoek
5.4. Afsluitende interpretatie van de resultaten
5.4.1. De weergave van het worden-passief
5.4.2. De weergave van het zijn-passief
5.4.3. De weergave van het onpersoonlijk passief
5.5. Confrontatie met ander onderzoek

Abridgement
Streszczenie
Samenvatting
Bibliografie

9788380617698